Taal is macht: hoe woorden bepalen wat er in jouw organisatie gebeurt
- jorritstevens
- 5 jun
- 3 minuten om te lezen
“Er is weerstand.” Een onschuldig zinnetje in een teamvergadering. Of toch niet?
Want wie zegt dat er ‘weerstand’ is, zegt ook dat er een beweging was die werd tegengehouden. Iemand duwt. Iemand houdt tegen. En ineens is het geen open situatie meer, maar een probleem, met een oorzaak, een schuldige en misschien zelfs een oplossing.
Zó eenvoudig werkt taal. Zó krachtig ook.

Taal in organisaties is zelden neutraal
In organisaties worden woorden zelden zomaar gekozen. We praten over ‘eigenaarschap’, ‘veiligheid’, ‘cultuur’, ‘transitie’.We turven gedragingen, beschrijven veranderingen, zetten KPI’s op taal.
Maar zelden stellen we de vraag:
Wat doet die taal eigenlijk?
Of: Wat wordt er uitgesloten door de manier waarop we het zeggen?
Neem bijvoorbeeld:
“We willen meer eigenaarschap.”
“Het MT is onveilig.”
“De neuzen moeten dezelfde kant op.”
Dat klinkt als observatie. Maar het is al interpretatie. En dus: al interventie.
Zulke zinnen begrenzen de ruimte waarin gedacht mag worden. Ze vertellen je impliciet wat het probleem is, wat goed en fout is, wie er moet veranderen.
Discoursen en de illusie van objectiviteit
De Franse denker Michel Foucault schreef al:
Macht is niet wat je hebt, maar wat je mogelijk maakt via taal.
Met andere woorden: Taal creëert wat er gezegd mag worden, gedacht mag worden, gevoeld mag worden. Een organisatie waarin ‘weerstand’ als woord dominant is, zal zelden luisteren naar zorgen. Een organisatie waarin alles ‘evidence-based’ moet zijn, sluit ervaringskennis, vakmanschap uit. En een organisatie die roept om ‘eigenaarschap’, laat vaak onbenoemd van wát precies.
De taal zelf bepaalt wat zichtbaar is. En wat onzichtbaar blijft.
Denkadviseren: taal begeleiden in plaats van systemen verbeteren
In Denkadviseren kijken we niet alleen naar gedrag, structuur of cultuur. We kijken naar taal als ordeningsprincipe.
Wij geloven (en dat wordt trouwens gestaafd door de stand van de techniek in de taalfilosofie en -kunde): Wat men in een organisatie zegt, is nooit zomaar een weergave van de werkelijkheid. Het maakt die werkelijkheid en vaak ook het probleem.
Daarom begeleiden we niet alleen mensen. We begeleiden de taalgebeurtenis: het moment waarop taal verschuift, openbreekt, of iets ongekends mogelijk maakt.
We begeleiden frictie als uitnodiging. Vertraging als inzicht. Taal als interventie.
Voorbeeld: wanneer een andere zin alles verandert
Een team begeleidde een langdurige verandering. De stuurgroep zei: “Er is weerstand in de uitvoering.” Men dacht aan extra communicatie. Aan een trainingsaanpak. Aan het vervangen van de projectleider.
Tot iemand vroeg:“Zou het kunnen dat we iets vragen wat op deze manier niet gezegd kán worden?”
Die ene zin verschoof het gesprek. Van oordeel naar nieuwsgierigheid. Van weerstand naar betekenis.
Niet omdat iemand anders ging praten. Maar omdat de taal zelf veranderde.
Wat jij vandaag al kunt doen
Let deze week eens op veelgebruikte zinnen in jouw organisatie (vrij typische 'normale' management- en organisatietaal). Zinnen zoals:
“Ze moeten het nog even laten landen.”
“We willen meer eigenaarschap.”
“Dit moeten we even goed managen.”
Stel jezelf (of anderen) dan de vraag:
Wat wordt hier eigenlijk verondersteld?
Wie heeft dit probleem benoemd?
Wat wordt er uitgesloten door deze woorden?
Taal is macht.
Wie de taal hoort, hoort de macht aan het werk. Wie de taal durft te bevragen, opent een ander gesprek.
Wil je leren luisteren naar wat taal doet?
In september start de nieuwe editie van de Leergang in Denkadviseren: voor leiders, adviseurs en begeleiders die betekenis willen begeleiden – voorbij modellen, methoden en maakbaarheid.
🔹 Vraag een intakegesprek aan (vrijblijvend en gratis)
🔹 Lees meer op www.denkadviseren.nl
Comments